Verslag 8 Verblijf op La Palma en Santa Maria
La Palma bezochten we al eerder; toen met onze vorige boot SWELL en met onze zoon Steven als opstapper. We hadden toen slechts een paar dagen de tijd en nu gelukkig veel meer. La Palma is, net als de andere eilanden, vulkanisch, maar op het moment dat wij er zijn (!) niet actief. In 1971 waren er nog enkele uitbarstingen. We kiezen voor de rustige haven Tazacorte, aan de westkant, weg van de drukke en rumoerige hoofdstad Santa Cruz. Daar gaan we met de bus naar toe. De reis dwars over het eiland duurt bijna een uur en voert via een tunnel door de wand van de hoofdkrater van het eiland. In de hoofdstad zie je de koloniale geschiedenis nog terug in veelkleurige handelshuizen met kleine balkonnetjes.
La Palma is niet erg toeristisch en het landschap wordt gedomineerd door bananenplantages. (zie apart blog van Judith daarover). Bovenin de bergen (hoogste top 2400 meter) zijn weinig wolken en geen strooilicht; ideale omstandigheden voor ruimte waarnemingen met telescopen en grote radio antennes. Vele internationale onderzoeksinstellingen, waaronder Nederlandse, doen hier onderzoek. De observatoria en antennes hebben onnavolgbare vormen en zorgen voor een haast buitenaardse of James-Bond achtige sfeer.
Na een bustocht en wandeling naar een klein vissersdorpje (ook wel de piratenbaai genoemd) beleven we een bijzonder lift-avontuur. We wandelen langs een steile weg omhoog als een koppel in een klein huur-autootje ons een lift aanbiedt. Ja dat willen we wel. Bij het wegrijden wordt snel duidelijk dat de bestuurster nog nooit van de hellingproef heeft gehoord. Ze stopt bij iedere haarspeldbocht en bij de vele tientallen pogingen om weg te rijden slaat telkens de motor af en af en toe rijden we zelf ongewild een stukje achteruit. Het angstzweet gunst ons van het lijf. Eerst doen we of het helemaal niet erg vinden, dan opperen we voorzichtig dat ze de handrem zou kunnen gebruiken, maar na de 30e mislukte wegrij poging biedt Geert aan om het stuur over te nemen. De bestuurster stemt opgelucht in en Geert rijdt de auto naar boven alwaar we afscheid nemen van deze aardige mensen.
Aan onze steiger in de haven hebben we weer een leuke tijd met een divers gezelschap van mede-zeilers:
Wilfred, gepensioneerd en woont al een paar jaar op zijn boot, verblijft sinds de corona crisis op La Palma en gaat binnenkort vertrekken richting oostelijke Canarische Eilanden en de Middellandse zee.
Sandy en Willem hebben en woonhuis op La Palma en een zeilboot in de haven. Willem is schipper op een vissersboot van 140m(!) en vaart op alle oceanen en in alle omstandigheden en Sandy was gastvrouw op een boot voor dolfijnen-excursies.
Jan woont op een zeilboot en werkt online voor een Nederlandse verzekeringsmaatschappij.
En dan is er nog een Britse solozeiler Phil en een Duits working-nomad koppel waarvan we de naam niet meer weten. We initiëren een steigerborrel waarbij we elkaar beter leren kennen.
Vertrek
Op zondagmiddag, na precies 5 dagen op zee na ons vertrek van La Palma, meren we voldaan af in de haven van Vila do Porto, Santa Maria, het zuidelijkste eiland van de Azoren. De havenmeester komt direct en checkt onze Corona QR-codes. Hij knikt goedkeurend en we wij zijn blij dat dit, ook internationaal, goed werkt. Maar... hij wil de codes alsnog ook geprint bewaren… voor de zekerheid.
We nemen contact op met Lorena, Detleff en hun 4-jarige zoon Emil, onze boot-buren in Las Palmas. Hun ontvangst is heel gastvrij: we mogen hun auto lenen, bewonderen hun huis met diverse verhuurappartementen en worden gefêteerd met een bbq. We genieten van de forse lokale steak en van het uitzicht, 200 meter boven zee, uitkijkend over de oceaan met in de verte de contouren van Sao Miguel. Hun “tuin” strekt zich uit tot de zee, we lopen een stukje het pad af met zicht op een heuse waterval, wie heeft er nou een waterval in zijn tuin?
Na het diner halen we Wilma, vriendin van Judith, op van het vliegveld. Zij was nieuwsgierig naar de Azoren en heeft een weekje op Santa Maria geboekt. Gezamenlijk verkennen we het eiland met flink wat wandelingen. We laten ons bijvoorbeeld door een taxi afzetten bij het hoogste punt Pico Alto, 590 meter hoog en dalen door dichte bossen, weilanden, velden en langs beekjes af naar Anjos; een baai waar de eerste bewoners van Santa Maria in de 18de eeuw aan land kwamen. Nu een heerlijke relaxte plek waar de lokale bevolking samen met niet al te talrijke bezoekers geniet van een zwembad met zeewater, de loom rollende oceaangolven. beschutte bar met reggea-muziek, tapbier en parasols.
We wandelen vanaf de haven over de kliffen naar Praia Formosa. Onderweg komen we langs kalksteenlagen met 100 miljoen jaar oude fossielen, uniek voor de Azoren. Praia heeft een geel strand met woeste golven, waar we even in spelen. Gelukkig houden de strandwachten ons goed in de gaten.
De sfeer in het kleine jachthaventje is bijzonder prettig. De bemanningen van de diverse schepen zijn spraakzaam en sociaal. Misschien komt het omdat er relatief weinig ‘long-stay-live-aboards’ zijn. Iedereen is onderweg en heeft een verhaal. Een Franse solozeiler organiseert een BBQ voor iedereen bij de gemeenschappelijke vuurplaats en picknicktafels. Met Nederlandse, Duitse, Franse en Nieuw-Zeelandse (!) zeilers delen we ervaringen en bestemmingen. Hoewel vaak kort, zijn het mooie ontmoetingen waarmee je een kijkje in andermans leven krijgt.
Na een fijne week samen zwaaien we Wilma uit. Zij gaat nog een weekje vakantie houden op Sao Miguel. Wij maken ons op voor een vertrek naar Sagres, Zuid-Portugal. Een tocht van 7 dagen. We tanken 200 liter extra diesel want we zullen het windstille hogedrukgebied moeten doorkruisen. Koers 90 graden: op naar het vasteland van Portugal.