Boobies liften mee op zee

Gezelligheid op de pier Puerto Ayora

Reuze landschilpad op St. Cruz

Verslag 30: De Galapagos

 

Van Panama naar de Galapagos Eilanden

Spinaker en motor

We vertrekken op 13 februari voor de oversteek van 850 mijl naar de Galapagos. We hebben alle stempels en certificaten, voldoende water en diesel en verwachten er ongeveer 6 dagen over te doen. De start is voorspoedig; met een noordenwind van 4 Beaufort koersen we met 7 knopen naar het zuidwesten. Vanaf dag twee zitten we in de Panamastroom, een zeestroming die ons 1,5 knoop extra snelheid geeft. Dat is prettig want de volgende dagen is er niet veel wind. We zijn daarom erg blij met de motor. En met de genaker/spinaker! Voor de zeilers: we gebruiken de genaker als spinaker; met een boom, uiteraard aan loef, en de schoten door twee ‘barber haulers’, zodat alles mooi stabiel staat. ’s Avonds halen we de spinaker weg en varen we met een uitgeboomde kluiver. In dit rustige weer kan Judith helemaal in haar boek duiken; Het lied van ooievaar en dromedaris van Anejet Daanje, een aanrader!

Lekkage en kakkende boobies

Hoe dichter we bij de Galapagos komen, hoe brutaler de vogels. ‘Jan van Genten’, Engelse naam ‘Boobies’ strijken neer op de zeereling en de zonnepanelen, waar ze ongegeneerd de boel onder kakken. Hier in ‘de doldrums’ regent het gelukkig veel en vaak, dus het meeste spoelt weer weg. Maar de harde regen leert ons ook dat het kajuitdak op meerdere plekken lekt, dus dat wordt straks klussen.

Over de evenaar

Op 18 februari in de nacht kruisen we de evenaar. De GPS (plaatsbepaling) springt van 000o 00,01 Noord naar 000o 00,01 Zuid. Vooraf hadden we wilde plannen om elkaar volgens traditie met eieren en koffiedrab te besmeuren, maar we missen het exacte moment omdat  Judith lag te slapen en Geert afgeleid werd door een onverlichte(!) vissersboot waar we voor uit moesten wijken.

Motor te heet en Geert te water

We zijn er bijna. Op 40 mijl afstand, net buiten de officiële grens van het natuurgebied Galapagos, sluiten we, zoals de regels voorschrijven, de toiletwatertank. Met nog 15 mijl te gaan houdt de wind het voor gezien en we starten de motor, maar 5 minuten later klinkt er een schel alarm: de motor wordt te heet. We proberen er achter te komen wat daarvan de oorzaak is. Geert checkt het wierfilter, het zoute koelwater en springt zelfs in het water om te kijken of er iets in de koelwaterinlaat zit. Later komen we er achter dat de warmtewisselaar (intercooler) koelwater verliest.
Tijdens de korte duik blijkt dat er toch (weer) wat aangroei op de romp zit en om ieder risico op gezeur met de autoriteiten voor te zijn besluiten we om (midden op zee!) de romp nogmaals schoon te poetsen. In deze windstilte zonder motor hebben we toch niets beters te doen.
Na een uurtje poetsen gaat het weer waaien. Best wel hard (Bf5) en helaas tegen, maar alles is beter dan niets. Om 4 uur ’s middags, na 6 dagen en 2 uur ankeren we onder zeil in de baai van Puerto Ayora, Santa Cruz. We hijsen de gele vlag ten teken dat we tijdelijk in quarantaine zijn en dromen over Charles Darwin, zeeleeuwen en het inklaringsproces morgen…

8 Ambtenaren

Kastje open kastje dicht. Judith doet keurig wat de dame van ‘milieubeheer’ vraagt. “Zijn er planten of dieren aan boord? Verse koffiebonen? Chiazaad? Doen we aan afvalscheiding? “ De meneer van natuurbescherming gaat met een stofzuigertje langs het plafond om te zien of er insecten aan boord zijn. De overige zes (!) ambtenaren blijven in de kuip en stellen vragen over veiligheid en hoeveelheid water en diesel aan boord is. Eén beambte controleert met een Go-pro (onderwater-) camera of de romp schoon is: hij heeft nog nooit zo’n gladde romp gezien denk ik. Na een uurtje stappen ze allemaal weer in de taxiboot. We zijn geslaagd en mogen blijven om de natuur en vooral de fauna van deze eilanden te gaan zien.

Fauna als in de folder

“Taxi, taxi, por velero Avalon por favor”. Een watertaxi brengt ons naar de vaste wal. We kunnen onze bijboot niet gebruiken omdat deze ingepikt zou worden door één van de honderden zeeleeuwen. Eenmaal aan wal struikelen we over de slapende zeeleeuwen. Ze liggen op de grond, op de bankjes en je moet uitkijken om niet in hun poep te stappen. Vanaf de pier zien we kleine Galapagos rifhaaitjes (70 cm), zeeschildpadden, zee-leguanen en een enkele rog zwemmen. Pelikanen en blue footed boobies (Jan van Genten met blauwe pootjes!) storten zich met grote snelheid in zee om hun voedsel te vergaren. Hoog daarboven azen de fregatvogels op een verloren visje. Het zijn de piraten van de lucht. Hun veren kunnen niet tegen water dus het liefst roven ze in volle vlucht de vis van andere vogels. Het zijn Geerts favoriete vogels….

Steven en Paulien op bezoek

Ja daar zijn ze! Steven en Paulien zwaaien vanuit het bootje dat hen overzet van het eiland waarop het vliegveld is naar het hoofdeiland Santa Cruz. Wat een heerlijk moment om elkaar na een half jaar weer te zien! We gaan samen drie fantastische weken beleven.

Landschildpadden

Op Santa Cruz gaan we met bus en mountainbike naar het binnenland waar we ons vergapen aan de  beroemde grote landschildpadden. Ze liggen met hun 180 tot 250 kilo in de modder pal naast de weg, eten veel gras en cactussen en trekken zich zo weinig van ons aan dat we zelfs getuige mogen zijn van een paring (dat ging héél langzaam). Ten tijde van de eerste Europese ‘ontdekking’ van deze eilanden leefden hier tienduizenden exemplaren. Maar de trage grote dieren waren een te gemakkelijke prooi voor de zeelieden die graag levend vlees op hun schepen mee namen. Nu zijn er nog enkele duizenden over. Dankzij een fokprogramma waarbij de eieren onder beschermde omstandigheden uitgebroed worden, is hun aantal weer langzaam aan het toenemen.

Zeeleguanen

Op de stranden en de zwarte lavarotsen moet je goed opletten om niet op een zeeleguaan te stappen. Deze kleine dino’s van 20 tot 60 cm zijn, net als bijna alle dieren hier, geheel niet bang voor mensen. Ze gaan dus gewoon niet aan de kant! Gelijk hebben ze, want zij waren hier het eerst. Hun voorouders spoelden hier tientallen miljoenen (!) jaren geleden aan en ze specialiseerden zich in het eten van algen en zeegras onder water. En dat terwijl het landdieren zijn. Ze kunnen ca. 30 minuten onder water blijven om daarna midden op het wandelpad en op de rotsen te gaan liggen uitrusten.

Pinguïns op Isabela

We zeilen naar het volgende eiland, Isabela. In de loop der eeuwen zijn 6 grote vulkanen ‘samengesmolten’ tot één groot eiland, waarvan nu het overgrote deel natuurreservaat is. Uniek is de grote kolonie Galapagos pinguïns. Het zijn de lievelingsdieren van Judith. Overdag jagen ze in het ondiepe water tussen de rotsen. Zwemmend kunnen ze olympische snelheden bereiken, maar boven water dobberen ze als een eendje. In de avond klitten ze samen en kijken ze tevreden over de baai. Judith stapt iedere ochtend even op de sup om ze goedendag te wensen om daarna tussen de zeeleeuwen en de leguanen wat fitnessoefeningen te doen.

Haaien en zeepaardjes

“Voorbij die rotsen naar links zitten de pinguïns. Hier in deze grot slapen de haaien en ik breng jullie ná de schildpadden ook naar de zeepaardjes.” Onze gids weet precies waar ie ons mee naar toe moet nemen. Alsof we snorkelen in een dierentuin zonder bordjes. Met een snelheid van 20 knopen heeft hij ons en nog tien toeristen in een motorboot naar deze plek gebracht. Zonder mee te doen aan deze excursies is het niet mogelijk om dit soort bijzondere dieren te zien.

Piraat en valpartij op Floreana

Na weer een lekker zeiltochtje, nu naar Floreana, doen we een lange wandeling naar een bijzondere en historische plek. Patrick Watkins, een Ierse piraat of zeeman, werd in 1807 van zijn schip verbannen en moest zien te overleven op Floreana. Door de sporen van de landschildpadden te volgen vond hij één van de weinige zoetwaterbronnen. Hij hakte een kleine grot uit en vestigde zich als eerste permanente bewoner. Met zeelieden op passerende schepen ruilde hij zijn zelf verbouwde tabak en aardappels voor rum.
De wandeling terug is wat saai en daarom doen we een tikspelletje. Geert denkt Steven met een oude roestige ‘handbalschijnbeweging’ te kunnen passeren, maar hield geen rekening met Paulien die vlak achter hem mee rent. Ze komen beiden hard ten val, maar Pauliens jeugdige souplesse en Geerts valbrekende techniek voorkomen dat er botten gebroken worden. Dit had slechter af kunnen lopen… niet meer doen dus.

30.000 Zeeleeuwen op San Christobal

De afstand van 63 mijl tussen Floreana en San Christobal varen we ’s nachts. Er is net genoeg wind om met de spinaker voldoende snelheid te maken om tegen de stroom in te komen. We bestuderen de maan en de sterrenhemel en het valt Paulien op dat de maan hier bij de evenaar niet ‘scheef’ staat, maar dat het niet-verlichtte deel aan de onder- of bovenkant zit. Nooit geweten.
Drie zeeleeuwen begroeten ons en checken of ons anker goed ligt. Er leven hier rond dit havenstadje 30.000 zeeleeuwen. De stranden zijn er letterlijk mee bezaaid.

Bij één van de vele lokale reisbureaus boeken we een excursie naar ‘Kicker Rock’. Al snorkelend langs een hoge steile rotswand zien we haaien, tonijnen en enorme scholen vis en natuurlijk weer zeeschildpadden, boobies en zeeleeuwen. Dit gaat nooit vervelen.

Afscheid van Steven en Paulien

Terug op Santa Cruz genieten we nog een paar dagen van het gezelschap van Steven en Paulien. We zullen deze vakantie met jullie op deze bijzondere eilanden niet snel vergeten. Dank voor jullie enthousiasme, vrolijkheid, flexibiliteit, kookkunsten en speelsheid. Goeie reis terug naar Nederland en tot snel!

Snorkelen met reuzenschilpadden

Zeepaardje met staart om mangrovetak

We bewonderen de Galapagos pinguin