Verslag 21: De oversteek van Kaapverdië naar Suriname

 

De route en de navigatie

Eerst even de technische cijfers: De totale afstand is 1880 mijl, maar omdat de passaatwind vrijwel recht van achteren komt moeten we ‘afkruisen’: We slingeren rond de kortste route (de rumpline) met hoeken van zo’n 20 graden, waardoor we ongeveer 10 procent meer afstand afleggen. De stroming staat mee, maar op zo’n 300 mijl van de Zuid-Amerikaanse kust is er de Guyanastroom, die ons een uur of tien afremt. We gijpen in totaal vier keer. De wind is stabiel, altijd tussen 15 en 25 knopen en na 13,5 dagen zijn we bij de aanloopboei van de Surinamerivier. Daar wachten we tot daglicht en varen we via een smalle geul de rivier op.

 

Eten en drinken

We slaan flink wat eten in; 1 sinaasappel per dag per persoon, genoeg bananen, gele en groene, voor de bananen pannenkoeken. Verder hebben we een grote papaja, 1 watermeloen en appels. De tros groene bananen hangen we binnen aan de paal onder de mast zodat deze langzaam kan rijpen.  Verder veel eieren, makkelijk te bewaren, blikken bonen, mais, erwten, vis en tomaten. Verse groenten kopen we ongekoeld op de markt want ook aan boord moeten we het ongekoeld bewaren. Logistiek nog een uitdaging om het op tijd op te eten. Veel bloem en gist, we bakken zelf brood. Dit lukt erg goed, we wisselen af met wit, bruin en muesli-brood.

Vooraf experimenteert Judith met yoghurt maken, dit lukt in de haven goed met de hoge temperaturen onder de buiskap. Helaas lukt het op zee niet, de reden waarom leer ik later; yoghurt moet verbindingen maken en op een schommelend schip gaat dit niet.

Hans en Judith wisselen elkaar af met het bereiden van de avondmaaltijd. Het wordt een culinaire wedstrijd met vele hoogtepunten. Judith bakt scones, bananenbrood en cocoscake en Hans bereidt de zelf gevangen vissen. Allemaal heerlijk. Geert is jurylid, lachende derde en vindt dat de wedstrijd in ‘onbeslist’ eindigt.

 

Waken en slapen

We hanteren met z’n drieën een wachtsysteem van 3 uur op en 6 uur slapen. De wacht gaat om 20.00 uur in en stopt om 8.00 uur s morgens. In dit systeem draaien we door zodat iedereen een keer begint met de wacht, start met 3 uur slaap of start met 6 uur slaap. Overdag ben je vrij om even lekker te gaan liggen. Hoewel we een aantal nachten hardere wind en hogere golven hebben en slapen op het rollend schip wat lastiger, is dit heel goed vol te houden. Je moet er wel voor zorgen jezelf tussen een paar kussens goed klem te leggen.

 

Fitness aan boord

Zeezeilen is veel zitten. Om toch de spierkracht wat te onderhouden sporten we bijna dagelijks in de kuip of (met zwemvest aan) op het voordek. Met wat fantasie zijn er veel krachtoefeningen mogelijk; opdrukken tegen de kuiprand, tricepsdippen op de kuipbanken, squatten met vasthouden aan de stuurstand, opstappen op de kuipbank, planken en buikspieren liggend op een kussentje op het achter- of voordek. Ook bij de zeil manoeuvres zijn er diverse spieren nodig, maar we doen zoals gezegd slecht 4 x een gijp. Tijdens het koken en afwassen is schrap zetten in het keukentje een goede been- en coretraining. Al met al komen we redelijk fit aan.

 

 

Golf in de WC en 35 vliegende vissen

Een paar dagen voor aankomst is de wind relatief wat harder en zijn de golven wat steiler omdat we even stroom tegen hebben. Hans zit op de wc als er ineens een gekke golf over Avalon rolt. Deze kiest er voor om via een hoekje, onder de buiskap door, het wc-raampje in te rollen. En daar zat Hans net even te relaxen. Schaterend van het lachen komt Hans van de wc af, pas na een zoetwater douche en droge kleren is hij uitgelachen.

We hebben bijna continu de vislijn uit, achter de boot trekken we een 1.5 mm lijn met nepinktvisje door het water. Twee keer is het raak, eerst vangen we een 1,5 kg amberjack, goed te eten maar met weinig smaak. Een paar dagen later vangen we een grote goudmakreel of Mahi-Mahi van wel 5 kg. Hier dineren we 2 dagen van, heerlijk. Daarna lukt het niet meer helaas.

De 5de dag breekt de kluiverschoot, net achter de knoop in de spi boom mond, even schrikken maar snel opgelost door de kluiver een paar meter te laten zakken en een nieuwe paalsteek in de schoot te leggen. Wel controleren we nu vaker op slijtage.

Iedere ochtend liggen er veel vliegende vissen in het gangboord, bij hogere golven loopt het 1 nacht op tot 35 dode vissen. Vliegende vissen zijn tussen de 5 en 12 cm groot, vliegen wel 50 tot 100 meter net boven het water om te ontkomen aan jagende vissen. Ze wegen bijna niets en hebben kleine vleugels. Op Barbados eten ze deze visjes gefrituurd, maar wij gooien ze ‘s morgens, dood en uitgedroogd terug in zee.

 

Volgende keer meer over onze avonturen in Suriname.

Onze koers op de papieren overzeilerskaart

De fruitvoorraad, stootvast opgeborgen

Even bijslapen overdag

Fitness op het voordek

Een zoetwater douche op het achterdek