Verslag 9: van de Azoren naar Ibiza

Op 19 augustus vertrekken we vanaf Santa Maria voor een oversteek van 770 mijl naar Zuid Portugal. We doen er 6,5 dag over waarvan we ongeveer 4 dagen moeten motoren. Er ligt, zoals meestal in de zomermaanden, een hogedrukgebied rondom de Azoren en dit betekent weinig wind, veel motoren en, vanwege ons slecht geïsoleerde motorruim, veel herrie. De aankomst bij Sagres, zuidwestelijke punt van Portugal, is prachtig. ‘s Nachts om 3.00 uur, bij volle maan, heldere sterrenhemel en een spiegelgladde zee varen we de baai in en laten het anker vallen. Stilte, rust en samen in een bed maakt het compleet.

We varen langs de kust en op 2 september vieren we Judiths verjaardag in een tapasbar in Portimão met enkele ‘oude’ bekenden: een Nederlands en Brits koppel. We vervolgen de tocht langs de Algarve via een soort waddengebied met Culatra als Waddeneiland en de grensrivier Guardiana met Villa Real aan de Portugese en Ayamonte aan de Spaanse zijde.

Het passeren van de straat van Gibraltar is een hoogtepunt: je voelt het geografische en historische belang van deze zeestraat. Marokko en Afrika aan stuurboord en Spanje aan bakboord. Hier zijn heel wat gevechten geleverd, schepen tot zinken gebracht, bemanningsleden verdronken, maar ook ontdekkingsreizen vertrokken en scheepsladingen vol met exotische handelswaar door heen gegaan. We zijn vol verwachting van wat we allemaal op de oevers en eilanden van deze zee zullen aantreffen.

 

De baai van Gibraltar is een mengeling van voor anker liggende olietankers, elektriciteitscentrales, 18e -eeuwse verdedigingstorens en natuurlijk ‘De rots’. We verbazen ons over de vele dolfijnen tussen de voor anker liggende olietankers in de baai. We meren af in de Spaanse haven la Linea en wandelen naar Gibraltar. Om dit Brexit gebiedje in en uit te mogen moeten we telkens de Spaanse en Britse grenspost passeren en lekker ouderwets met onze EU paspoorten wapperen. Na het oversteken van de landingsbaan van het vliegveld komen we in Gibraltar, dat er uit ziet als klein-Londen. Het verkeer rijdt rechts maar verder is alles méér dan Brits: slap bier, slecht eten en veel zonverbrande te dikke lijven. De mannen vaak met ontbloot bovenlijf.

 

Hoewel bijna alle bezoekers zich met taxibusjes en kabelbaan naar boven laten transporteren zijn wij zo gek om de rots (425m) te voet te bedwingen. De rots herbergt een druipsteengrot met  felgekleurde verlichting en bombastische muziek, kilometers militaire tunnels uit "de grote belegering" (1779-1983) en WOII, bunkers en kanonnen . Het uitzicht en natuurlijk de ‘wilde’ apen (ze worden gevoerd en zijn getraind om de toeristen te vermaken) vinden wij het leukst.

Vier dagen later vertrekken we naar de Costa del Sol waar Judiths tante Riet (86 jaar) woont. Op haar verzoek pikken we haar op in Fuengirola en ze vaart mee naar haar woonplaats Benalmadena, 5 mijl verderop. We genieten met z’n drieën van het weerzien en de zeiltocht. In Benalmadena stapt ze met lichte tegenzin ("ik had wel naar de overkant willen varen") weer af. Later appt ze dat ze twee dagen stijf is geweest van de spierpijn, maar het er graag voor over heeft gehad.

 

Daarna varen we, soms motorrend, soms onder genaker met onduidelijke bestemming langs de Spaanse zuidkust. Na 2,5 dag meren we af in de mondaine jachthaven van Alicante. Hier neemt de concentratie aan miljoenenjachten met bijpassende auto’s duidelijk toe. De stad is aangenaam en heeft een niet al te groot maar gezellig strand. We bezoeken onder andere het Volvo-Ocean-museum en klimmen naar het Castillo. Vanwege ongunstige wind om door te varen besluiten we tot een citytrip van 2 dagen naar Valencia. Wat een prachtige stad. De historische rijkdom spat er van af. Wij vinden vooral de zijden-markthal erg mooi. Per fiets gaan we naar het naastgelegen stadspark waar de beroemde architect Calatrava een landschap met waterpartijen en vier gigantische en imposante gebouwen heeft gecreëerd; stad van de kunsten en wetenschap.

 

We vervolgen onze route richting Ibiza. Het belooft een mooie zeilnacht te worden maar dit valt tegen; na 30 minuten valt de wind weg, gaat het regenen en er is onweer in de verte. De nacht is maanloos en dus aardezwart. Later steekt de wind toch op, waardoor we ons met 3-4 knoopjes naar party-eiland Ibiza verplaatsen. Heerlijk rustig, dus we slapen om de beurt goed.

 

Bij Ibiza is het relatief druk op het water. Een high tech zeiljacht van een meter of 20 vaart ons met ruim 10 knopen hoog aan de wind tegemoet. We ankeren vlak naast de stad. Helaas is dit ook pal onder de aanvliegroute van het vliegveld en letterlijk iedere 5 minuten (geklokt!) landt er een vliegtuig. Er zijn relatief veel Nederlanders op dit ‘beroemde’ VIP-eiland. De volgende ochtend snel weg en 5 mijl naar het oosten vinden we een heerlijke rustige ankerbaai Cala Llonga, waar we zwemmen en kanoënd naar de kant gaan om te sporten, te wandelen en te genieten van een drankje met de blote voeten in het zand.

We brengen één nacht door in St. Eulalia om stroom en water in te nemen en varen dan naar Cala Portinaxt, een ankerbaai aan de noordzijde van Ibiza. Na een etentje ter ere van onze trouwdag op de wal lopen we terug langs een resort waar live-muziek klinkt. Dat doet onze party-lust ontwaken. Het hek staat open en we lopen langs het zwembad naar het podium met dansvloer. Een gastvrouw brengt ons naar een tafel, maar als we zeggen dat we niet in het resort logeren mogen we weliswaar blijven, maar een drankje bestellen zit er niet in. We dansen lekker mee met het enthousiaste publiek maar voelen ons toch niet helemaal op ons gemak. Als het optreden om 23.00 uur voorbij is kanoën we terug naar ons eigen resort: de dobberende Avalon.

Ankeren op Ibiza: De liggelden in de havens zijn zeer pittig en de baaien zijn beschut en erg mooi, dus vrijwel iedereen ankert zeer regelmatig. Dat je daarbij goed op moet letten en de weersverwachting goed moet checken zien we aan een gestrand jacht: lekgeslagen op de rotsen en inmiddels volledig gestript. In veel baaien groeit op de bodem een oeroude en daarom beschermde soort zeegras: Posidonia. We proberen het anker te laten zakken op de kale zanderige plekken tussen het gras. Om het anker goed te kunnen zien heeft Judith de bovenzijde wit geschilderd. Heel mooi maar juist dit gedeelte verdwijnt als het goed ligt onder het zand. En dan zie je het alsnog niet. Op de Azoren ontmoetten we de ontwerper van dit Rocna-anker en hij adviseerde ons ook de bovenste beugel te schilderen voor goed zicht. Goede tip, dus weer een klusje voor op de lijst. De spuitbus staat klaar.

 

7 dagen op de Atlantische oceaan

Culatra, zuidkust Portugal

Oversteek Guardiana rivier

Landingsbaan vliegveld Gibraltar

Havengebied Alicante vanaf Castillo de Santa Barbara

Stad van de kunsten en wetenschap, Valencia

Cala Llonga, Ibiza

Gestrande boot op Ibiza