Verslag 32: De Marquesas, Frans Polynesië

Paradijs op aarde

De eilandengroep ‘Marquesas’ ontleent haar naam aan een 16e-eeuwse markies uit Peru. Later ankerde Captain Cook hier én beschreef de Amerikaanse schrijver Herman Melville (van o.a. Moby Dick) de eilanden en haar bewoners. Samen met de Tuamotus en Tahiti (waar we over 1,5 maand hopen te zijn) vormen ze een autonome provincie van Frankrijk. Britse, Franse en later Amerikaanse ontdekkingsreizigers, wetenschappers, walvisjagers en andere zeevaarders vonden hier ‘het paradijs op aarde’. In de steile dalen, rijkelijk begroeid met de zoetste vruchten en de mooiste bloemen zagen ze duizenden ‘wilden’. Deze inheemsen, de mannen getatoeëerd en gewapend met speren en vuistbijlen en de vrouwen halfnaakt dansend, vergaapten zich aan de grote zeilschepen met hoge masten, tientallen zeilen, kanonnen en mannen met ijzeren geweren. “Deze bezoekers moeten wel heel machtige goden hebben.” Niet lang daarna kwamen de protestante en katholieke missionarissen om de zieltjes van deze barbaren te winnen. Of ze dat gelukt is, is de vraag. De westerse kolonisatie bracht niet alleen een nieuw geloof, maar ook nieuwe ziektes. Mazelen, gele koorts en vooral syfilis kostten bijna de gehele bevolking het leven. In de Marquesiaanse cultuur was seksueel contact met meerdere partners heel gewoon, en dan gaat het hard met zo’n geslachtsziekte.

Begin 20ste eeuw waren er nog 2.500 van de oorspronkelijke 100.000 Marquesanen over. Hun aantal is inmiddels weer toegenomen tot ca. 10.000. We zullen de komende weken nog veel over het lot van de oorspronkelijke bewoners leren.

 

Hiva Oa; het fruit ligt op straat

Scheurbuik hebben we niet, maar na 19 dagen op zee kunnen we wel wat vers fruit gebruiken. Tijdens de wandeling van de ankerbaai naar het dorp struikelen we over de rijpe mango’s. Wat een genot om daar in te bijten, al blijven ook hier de draadjes tussen je tanden zitten, dus het paradijs blijkt toch niet te bestaan.

Een ander bewijs voor bovenstaande stelling is dat eieren en brood (baguettes) heel moeilijk te verkrijgen zijn, maar dat lossen we op met crackers en zelfgebakken brood. Judith krijgt van vrienden een starthoeveelheid yoghurt en kan dit dus vanaf nu zelf maken met goed verkrijgbare melkpoeder.
We huren een auto en zien de eerste tiki’s (zie de rij foto’s boven aan de pagina). Dat zijn granieten of stenen beelden die in grote aantallen in de dorpjes te zien zijn. Sommige staan verstopt in het oerwoud. Deze zijn waarschijnlijk honderden jaren oud, maar de meeste die wij zien zijn veel jonger. De figuren met kale hoofden, grote ronde ogen en geometrische tekens vormen een essentieel onderdeel van de cultuur, al is van veel symbolen de betekenis in de loop der jaren verloren gegaan.

 

Paul Gauguin en Jacques Brel

“Ik zie hem nog niet, maar hier ergens moet ie liggen.” Jacques Brel was makkelijk te vinden, die ligt dicht bij de ingang, maar het graf van Paul Gauguin is beter verstopt. Judith vindt het als eerste en natuurlijk maken we een fotootje. Beide beroemdheden kozen voor Frans Polynesië om hun laatste jaren door te brengen. Voor sommigen is dit een bedevaartsoord midden in de stille oceaan.

 

Krabben in de baai van de Maagden

Onze volgende bestemming is één van de meeste fotogenieke baaien ter wereld: ‘Baai van de penissen’ heette het hier in de taal van de lokale bevolking. De missionarissen doopten haar snel om tot ‘Baai der Maagden’. Hoe dan ook, het smalle dal en de baai zijn onbeschrijfelijk mooi. Geert maakt een schets van een huisje langs een beek in het smalle door steile pieken omsloten dal. “Dit is hoe je je een paradijselijke woonplek voorstelt.”
Het is lastig om in de smalle baai een goede ankerplek te vinden. De bodem heeft maar weinig zanderige plekken en loopt steil af tot meer dan 25 meter. Pittige valwinden trekken hard aan het anker en het verbaast ons niet dat het op een gegeven moment niet meer houdt: we ‘krabben’ (zo heet dat) naar diep water. Gelukkig gebeurt het overdag terwijl we aan boord zijn en niet ’s nachts of nog erger, als we op de wal zijn voor een lange wandeling een dag eerder…. Ik denk dat één van de maagden over ons waakte.
’s Avonds eten we met 15 Europeanen bij ‘Desiree’: ceviche (salade van rauwe vis), gekookte kip met rijst en kokossaus, banaan, pompelmoes en ananas. Wat een leven, al het fruit zo uit de tuin!

 

Kannibalisme

Ontdekkingsreizigers beschreven deze eilanden niet alleen als paradijselijk, maar ook als primitief, wild en gevaarlijk. De eilanden waren weliswaar vruchtbaar maar ook overbevolkt. Clans uit het ene dal voerden regelmatig oorlog met de bewoners van het naastgelegen dal. De overwinnaars roofden de vrouwen en aten de mannen op. Kannibalisme was heel gewoon. De schedels van de slachtoffers hingen ze aan een grote oude boom.
Op het eiland Tahuata in het dorpje Hapatoni lopen we over een driehonderd jaar oude weg. Achter een (te) grote katholieke kerk, tussen de stenen fundamenten waarop ooit huizen stonden, staat zo’n boom. De schedels hangen er natuurlijk niet meer. Wel zien we nog de meters diepe putten waarin de overwonnen vijanden gevangen werden gehouden totdat ze in de stoofpot verdwenen.

Zwemmen tussen de stofzuigers
We zwemmen en snorkelen veel. Niet altijd is het water helder genoeg om diep te kijken, maar als Judith met een Brits stel en lange zwemtocht doet, wordt ze beloond door een ontmoeting met grote Manta rog met een spanwijdte van wel 3 meter. Deze imposante platvissen leven van plankton dat ze met hun grote bek uit het water filteren. Geen beest om bang voor te zijn dus. Later zien we meer exemplaren, soms vlak langs de boot zwemmen.

 

Chocolade op Ua Pou

Dit eiland staat bekend om zijn granieten puntige rotsen of ‘pitons’. Vanuit de baai Hakahetau doen we een wandeling van anderhalf uur naar ‘de Duitse chocolademan’. Ene Manfred heeft hier 20 jaar geleden op 300 meter hoogte op Duits grondige manier een woning gebouwd en is daar chocolade gaan verbouwen. De zonderlinge Manfred is inmiddels 75 jaar oud en maakt nu, naar eigen zeggen, de beste chocolade van de Stille Zuidzee. Op de terugweg rapen we pompelmoes, mandarijnen, sterfruit en sinaasappels.

 

Autoschade op Nuku Hiva

Op het hoofdeiland Nuku Hiva, in de baai van het hoofdstadje, leggen we Avalon vier weken voor anker. Judith vliegt vanaf hier via Tahiti en de VS naar Nederland. De kinderen, kleinzoon Boris, haar moeder en andere familie en vrienden trekken zo hard dat een flitsbezoek onafwendbaar is. Geert blijft op het schip passen en doet wat kleine onderhoudsklusjes.
Gelukkig zijn er vrij veel andere bezoekende jachten en heb ik dus aanspraak genoeg. Ik doe een dagexcursie met een gids die me samen met twee andere zeilers over het eiland rijdt. Ik leer veel over de geschiedenis en de cultuur. Als Judith na drie weken weer terug is huur ik een auto om haar op te halen en ook haar het eiland te laten zien. Bij het wegrijden van een parkeerplaats maak ik een te krappe draai en belandt het rechter voorwiel in een diepe betonnen goot. Gelukkig zijn er enkele sterke mannen die het kleine Renaultje er zonder moeite uittillen. Niets aan de hand lijkt het, maar later die dag blijkt dat de motor-ophanging is afgebroken en kunnen we niet meer verder. Het verhuurbedrijf laat ons via WhatsApp fijntjes weten dat we vanaf nu alle kosten moeten betalen, inclusief berging van de auto en huur voor elke dag dat de auto onbruikbaar is. Dat kan aardig oplopen! Gelukkig worden we die avond wel door ze opgehaald, maar ik moet mijn rijbewijs als onderpand achterlaten totdat bekend is wat dit grapje gaat kosten en we alles betaald hebben. Na een kleine week komt er een afrekening die ons eigenlijk wel meevalt. We betalen en beloven aan onszelf dat we vanaf nu nooit meer een onverzekerde auto huren.

 

Bloed bij de zoetwaterbron
Omdat onze watertank behoorlijk leeg begint te raken, varen we naar een baai waar een schone zoetwaterbron schijnt te zijn. Met jerrycans in de bijboot varen we drie keer een prachtig riviertje op, maar de entree is erg ondiep en smal. En dan gaat het mis. Het motortje blijft op de bodem steken, we komen dwars op de golven en een brandingsgolf kiept ons ondersteboven. De elektrisch motor, waarvan de schroef nog draait, raakt Judith op haar hoofd. De schrik is groot, vooral als we het bloed zien dat uit haar hoofd vloeit. We weten de boot weer recht te krijgen en met behulp van andere zeilers zijn we snel weer aan boord van Avalon. Daar blijken de verwondingen mee te vallen. Het bloeden is al gestopt en na een goede nachtrust met wat pijnstillers is Judith hersteld. Het duurt nog wel een paar dagen voor we geheel over de schrik heen zijn, maar dan richten we ons op de oversteek van drie dagen naar de volgende eilandengroep: De koraaleilanden van de Tuamotus.

 

 

 

 

Onze ankerbaai Hiva Oa.

Een goede gewoonte van mannen en vrouwen hier.

Het graf van Paul Gauguin.

Baai van de Maagden, Fatu Hiva.

Onder een heilige boom, nu zonder schedels, op Tahuata.

Snorkelen in de baai op Tahuata.

Katholieke kerk en tiki op Ua Pou.

Vissers op Nuku Hiva

Drinkwater hevelen in de watertank.