Verslag 35: Bora Bora en Maupihaa
Bora Bora: parel op de kroon van Frans Polynesië?
De hoge bergen van Bora Bora lonken aan de westelijke horizon. (Ingewijden zeggen overigens Bora, één keer dus.) De tocht van 25 mijl ernaartoe begint en eindigt met zicht op indrukwekkend hoge brandingsgolven. Eenmaal in de lagune van Bora (ja, wij mogen nu Bora zeggen) roepen we per marifoon het ‘mooring-management’ op. Geen reactie. Maar gelukkig wijst een passerende politieboot ons de weg naar een vrije mooring nabij ‘Bloody Mary’, een beroemd café dat helaas nu vanwege een grote verbouwing gesloten is. Met het geluid van de bouwactiviteiten op de achtergrond genieten we van het uitzicht op de hoge berg op het hoofdeiland.
Krassen in de romp van Avalon
Judith staat voorop en roept: "Ja, hier is het, bij die blauwe paal is een kraan.” “Goed, dan gaan we daar liggen”, antwoordt Geert en denkt: “Wat een k..-plek.” De ‘kade’ is van ruw beton en ligt in een onhandig hoekje aan lager wal. Het aanmeren verloopt goed, maar de golven klotsen hoog tegen de kade en slagen er voortdurend in om de stootwillen omhoog te wippen. Geert blijft aan boord en Judith gaat snel een pasje voor de waterpaal halen. Dat valt nog niet mee want het kantoortje blijkt goed verstopt in een vaag gebouw met ‘Real Estate’ op de deur. Eenmaal in bezit van het pasje vult Geert de watertank, trapt af en toe een stootwil naar beneden en kijkt zorgelijk naar de landvasten waar met grote schokken aan getrokken wordt. Judith haalt snel wat boodschappen, rent wederom naar het kantoortje, maar nu om de pas in te leveren (want 10 US dollar onderpand) en dan zijn we klaar om weg te varen. De manoeuvre gaat op zich prima, maar op een ongelukkig moment ontsnapt er weer een stootwil tussen wal en schip en schuurt Avalon zachtjes, maar pijnlijk destructief langs het grove beton. Diepe witte krassen in de blauwe verf zijn het gevolg. De volgende dag smeert Geert er, bij gebrek aan blauwe, tijdelijk wat witte verf overheen. Genoeg om roestvorming te voorkomen. Het krasje in het ego van de schipper zal ook wel helen.
Parel voor de jet set
We blijven een week in Bora op verschillende mooringplekken en 3 dagen (dat was dus officieel één dag te lang!) aan een mooring nabij de Yachtclub. Er zijn allemaal regels maar zonder duidelijkheid. We doen veel samen met Bjorn en Linda van de Sirena, die we al van Nuku Hiva kennen. Samen hebben we een prima tijd, maar het hoofdeiland en de hoofdstad (14 parelwinkels en niet één café) maken geen goede indruk op ons. De woonhuizen zijn slecht gebouwd en slecht onderhouden. De bewoners zijn wat onverschillig en ze zien er niet welvarend uit. Het beroemde rijke jetset leven speelt zich uitsluitend af in de resorts op de drie kleinere eilanden (motu's) in de lagune. We hebben de indruk dat de gewone mensen daar nauwelijks van profiteren.
Wanneer we bij vertrek de pas uitvaren en omkijken naar deze ‘parel’ van Frans Polynesië, zijn onze gevoelens dan ook gemengd: een eiland met een mooie skyline en lagune en schitterende hoge brekende golven rondom. Maar ook een eiland dat voor zeiljachten niet erg gastvrij is. De toeristenbranche is vooral gericht op de zeer luxe resorts.
Maupihaa
De 130 mijl naar onze volgende bestemming, het atol Maupihaa, varen we op met Sirena. Als we na ruim een etmaal door de smalle pas varen, zijn we blij dat er geen golven zijn. Maar de komende dagen is er wel harde wind voorspeld en we ankeren daarom in de meest beschutte hoek van het atol, in de luwte van een bos van kokospalmen. We zijn bepaald niet de enige boot die dit ‘oppertje’ hebben gevonden. Er zijn in totaal 13 boten. Na bestudering van de weersverwachtingen en speculaties over de golfhoogte in de smalle pas, dringt langzaam tot ons door dat dit weleens een lang verblijf zou kunnen worden.
Opgesloten
Maupihaa is ongeveer 10 kilometer lang en enkele honderden meters breed. Verspreid langs het enige pad wonen één gezin, één koppel en drie eenlingen. De plek waar wij liggen kijkt uit op het huis van Hina. Iedere dag stroomt haar strand en haar voortuin vol met de bemanning van de 13 boten. Hoewel ze hier als kluizenaar woont en dus niet veel mensen gewend is, lijkt het haar niet te deren. Iedereen deelt met haar wat hij of zij kan missen. Ze is vooral blij met sigaretten of suiker, waarmee ze een soort bier brouwt. Het spul smaakt verschrikkelijk, dus wij houden het bij onze eigen biertjes, waarvan de voorraad overigens ook beperkt is.
Het duurt even voor we ons volledig kunnen overgeven aan ons gedwongen verblijf op dit bijna onbewoonde eiland. Maar na een paar dagen zien we vooral de voordelen. We hebben weinig te doen, hebben geen noodzaak of wil om te vertrekken en de omgeving is uniek. We maken wandelingen naar het buitenrif waar we onder de indruk zijn van de kracht van de oceaangolven op het koraal, snorkelen af en toe en proberen vissen te vangen. Met Linda en Bjorn spelen we op het strand jeu de boules met kokosnoten. Judith verzorgt de niet overdreven grote voorraad eten; zuinig met eieren en verse spullen maar ook niet laten bederven. Bij gebrek wordt er zorgvuldig onderhandeld; een half pond gemalen koffie tegen 3 blikjes bier bij onze Britse vrienden. Watertankjes worden gevuld bij onze Italiaanse vrienden met een grote watermaker tegenover een pak sojamelk voor hun ontbijt. Verder eten we dagelijks van de overvloedig aanwezige kokosnoten.
Groentetuin met chef
Uiteraard brengen we ook een bezoek aan de andere bewoners van Maupihaa. Iedereen is even vriendelijk en gastvrij. Maar vooral Opupu, een man die hier sinds een jaar of 8 in z’n eentje woont, maakt diepe indruk. Hij heeft als enige een productieve tuin rond zijn huis weten te creëren. Vruchtbare aarde liet hij van het meest nabijgelegen eiland overbrengen. Hij mengt dat met het kalkrijke koraalzand, bemest het met water met verrotte heremietkreeftjes en haalt water uit een brakke bron die hij zelf groef. Het resultaat is een rijke tuin met bananen, papajas, paprika’s, uien, knoflook etcetera. Een varken wordt vetgemest met kokosnoten en schillen. Hij leert ons om kokosnoten leeg te raspen en het product eten we samen met stukken sappige papaja. Op een vuur van kokosnoten braadt hij krabbetjes in boter en knoflook. Als we op de terugweg van onze wandeling weer langs zijn huis komen staat er zelfgemaakte bananenwijn op tafel. Het drankje lijkt op sherry of een dessertwijn en is zeer goed te drinken. “Een kwestie van geduld” zegt Opupu. “Je moet het minstens een paar maanden laten staan zodat het niet meer bitter is.” Wat een chef!
Bevoorrading? Iedere twee-en-half jaar!
Hoe klein deze gemeenschap ook is, er is uiteraard een burgemeester. Na 8 kilometer wandelen bereiken we Marcello en hij is tevens hoofd van het enige gezin op het eiland. Samen met zijn dochter en kleindochter zitten we aan hun tafel en drinken kokoswater direct uit de vrucht. Hij vertelt ons dat de eilandbewoners geld verdienen met de verkoop van kopra; gedroogd kokos vruchtvlees. De kopra gaat in zakken die ze in een goed geventileerde schuur opstapelen en bewaren. Eens in de tweeënhalf (!) jaar komt er een vrachtschip om de kokos op te halen. Het spul wordt verkocht als bio-brandstof voor enkele luxe resorts vlakbij Tahiti. Dit vrachtschip is tevens bevoorradingsschip en de enige manier waarop houdbaar eten, bouwmateriaal en andere artikelen naar het eiland kunnen komen.
Bonte avond
De avond voor ons vertrek vieren we feest met Hina. Een groepje handige en vrijgevige zeilers heeft haar zonne-installatie gerepareerd. Met een nieuwe accu, een laadregelaar en nieuwe bedrading heeft ze nu een paar uur per nacht verlichting en kan ze haar muziekbox opladen. Dat laatste is belangrijk want Hina houdt erg van muziek. Een andere zeiler heeft haar een ukelele cadeau gedaan waarmee ze zichzelf begeleidt. Onze vriendin Linda (je weet wel van de Sirena) speelt ook ukelele en die avond schallen afwisselend Polynesische, Engelse en Hollandse meezingers over de lagune van Maupihaa. Hina heeft schelpenkettingen gemaakt en deelt ze uit aan de vrouwelijke zeilers.
Tijd om te vertrekken
Na 12 dagen zijn de wind en golven voldoende afgenomen om te ontsnappen uit dit geïsoleerde paradijs. Op de ochtend van 27 augustus komen Hina en Opupu met een teil vol schoongemaakte vis langs alle boten. Ze delen vis uit voor onderweg. Eén voor één motoren de jachten langzaam naar de pass. Richting de vrijheid? Hadden we hier langer willen blijven? Nee dat niet, maar we hadden dit zeker niet willen missen.
Iedereen zoekt weer een nieuwe bestemming. Wij varen samen met een Britse en een Italiaanse boot naar Aitutaki, een van de Cookeilanden. Daar over volgende keer meer.