Verslag 14: Tunesië

Op 12 maart varen we in de nacht van Lampedusa (Italië) naar Monastir (Tunesië). De tocht van 80 mijl is net te lang voor een tocht bij daglicht, maar de nachtelijke wind is aangenaam en uit de goede richting en we genieten van de sterren. Vol verwachting naderen we de Tunesische kust. We zijn in Afrika! De havenmedewerker wijst ons vriendelijk naar een plekje tussen andere bezoekersboten en het aanmelden (inklaren) bij de douane en de politie kan beginnen. Naast de gebruikelijke zaken moeten we ook een lijst invullen van alle elektrische apparaten die we aan boord hebben. Later bij het uitklaren zal dit nog een staartje krijgen.. Ook moeten we de satelliettelefoon afgeven en onze mobiele telefoons bij een telefoonwinkeltje laten registreren. Daar gaat onze digitale privacy.

Ook hier is natuurlijk een ‘community’ van ‘live-aboards en direct de volgende dag zitten we al tussen de Britten, Canadezen, Amerikanen en Fransen aan 'de wekelijkse BBQ'. Ze hebben de gewoonte om om de beurt een quiz te organiseren. We doen mee en worden net niet laatste. Ook is er vijf keer per week een sport/poweryogagroepje en Judith doet daar natuurlijk enthousiast aan mee.

De haven van Monastir is een bubbel met welgestelde yachties zoals wij. De havenkom is omringd door restaurants, appartementen en hotels. De hele dag lopen er Tunesische families en groepjes jongeren over de kade om boten te kijken. Bij onze eerste bezoek aan de nabijgelegen stad dompelen we ons onder in de Noord-Afrikaanse atmosfeer. De binnenstad met tientallen kleine winkeltjes en de souk (Arabische markt) zijn een belevenis. We genieten van de drukte en de overvloed aan indrukken en geuren van groenten, fruit, dadels, kruiden, verse vis en vlees. Het dagelijkse leven is erg goedkoop, ongeveer 30% van wat we in Nederlandse gewend zijn. Het brood is gesubsidieerd en nog goedkoper. We bezoeken de ribat (Tunesisch fort) en het kolossale mausoleum ter ere van voormalig president Habib Bourguiba, die als vrijheidsstrijder en als eerste president Tunesië in 1957 naar zelfstandigheid leidde.

Met de trein (1 dinar, 33 cent pp) gaan we naar Sousse, een grote stad 30 km verderop, bekend om zijn prachtige medina (ommuurde binnenstad). We worden erg triest van de schandalige hoeveelheid huisafval dat werkelijk overal het landschap ontsiert. Droge rivierbeddingen stromen over van volle plastic zakken en afgedankte huisraad. Tussen de olijfbomen en aan de cactushagen wapperen duizenden weggewaaide plastic zakjes in allerlei kleuren. Dit land heeft grote economische problemen en er is geen geld en prioriteit voor afvalverwerking. Je realiseert je dat een groot deel van dit plastic als ingrediënt van de beruchte plastic soep in de oceaan terecht zal komen. Een schoonmaakactie op land of het stoppen van deze vervuiling zou vele malen meer opleveren dan (hoe goed bedoeld ook) het met stofzuigers en grote moeite opzuigen van plasticdeeltjes midden op de oceaan.

 

We huren vier dagen een auto om een trip in het binnenland te maken. Het land is groot en we beperken ons tot het zuidelijke deel. Ook moeten we rekening houden met het reisadvies van Buitenlandse Zaken om niet in onveilige gebieden te komen, waar extremisme voorkomt en de Tunesische autoriteiten onvoldoende controle hebben.  Kort voor ons bezoek zijn er protesten en rellen geweest tegen de zittende premier die de macht van het parlement naar zijn zeggen tijdelijk heeft opgeschort. Ons eerste doel is El Djem, het op twee na grootste amfitheater van het Romeinse rijk. Je wordt er stil van als je je probeert voor te stellen hoe hier slaven, christenen en gladiatoren ter vermaak met leeuwen en met elkaar moesten vechten. "Geef het volk brood en spelen!" Gelukkig hebben we tegenwoordig iets beschaafdere sportevenementen. De tweede dag bezoeken we het Berberdorp Matmata. Vanuit een natuurlijke diepe kuil groeven de woestijnbewoners hier troglodieten of grotwoningen die 4 a 5 gezinnen goede bescherming boden tegen de enorme hitte. In de jaren 70 van de vorige eeuw vormde dit de achtergrond voor de eerste Star Wars film ‘A New Hope’ van regisseur George Lucas. Het is hilarisch om de  futuristische decorstukken in deze primitieve holen in de Tunesisch woestijn te zien. Enkele troglodieten zijn nog bewoond en sommige zijn omgebouwd tot hotel of museum.

We rijden door naar Douz, bekend als ‘de poort naar de Sahara’. Dezelfde middag boeken we een kamelenrit, want tsja je wilt alles meemaken toch? De ronselaar/verkoper raadt ons aan om een tocht bij zonsondergang te doen en onder leiding van de bijzonder aardige 25-jarige kamelendrijver  Fausti bestijgen we de dromedarissen. (We leren dat een dromedaris een ondersoort van de diersoort kameel is.) Fausti loopt met de teugels van de dieren tussen ons in en nadat we gewend zijn aan het ritme hebben we tijd en aandacht om wat meer te weten te komen over het leven van Fausti. Hij heeft zichzelf via internet behoorlijk Engels geleerd dus we kunnen goed met elkaar communiceren. De 2 kamelen zijn van zijn vader en hij is als oudste zoon al jong van school af gegaan om geld voor zijn ouders, 2 zussen en broer te verdienen. De kamelen zijn hun enige bron van inkomsten en als er veel toeristen zijn, kunnen ze er redelijk van leven. Maar door 2 jaar Corona en nu de oorlog in Oekraïne is het toerisme sterk teruggelopen. Normaal komen er naast West-Europeanen ook veel Russen en Oekraïners, maar die stroom is volledig opgedroogd. Het is erg triest om van hem te horen dat hij weinig toekomst voor zichzelf ziet. Hij is intelligent en leergierig, maar studeren is ondenkbaar. Ook het kopen van een huis en het onderhouden van een vrouw en kinderen zit er niet in. “Ik voel me een oude man van 25 die zijn hele leven met toeristen en kamelen door de woestijn zal lopen. “

Fausti bezorgt ons een zeer speciale middag. Zijn verhaal, aangehoord vanaf de rug van een kameel, met zicht op de woestijnduinen en de ondergaande zon; we zullen het niet snel vergeten. Wat zijn wij en onze kinderen toch geluksvogels dat we in Nederland geboren zijn. Dat geluk gun je iedereen.

De volgende dag rijden we terug naar het noorden. Het landschap verandert langzaam. Eerst is het zo droog dat er uiteraard geen of nauwelijks begroeiing is, maar verder weg van de woestijn zie je steeds meer (aangeplante) bomen en geïrrigeerde akkertjes. Maar er is weinig bedrijvigheid op het land. Wel zien we in de dorpen wat markten met landbouwproducten, maar het overheersende beeld is dat van tientallen (jonge) mannen zittend in of voor een koffiehuis. We lezen dat de jeugdwerkeloosheid bijna 50% is. Hier groeit een generatie op zonder werk en toekomst. Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat veel van hen de gok wagen om in een rubberbootje Italië en Europa te bereiken.

De laatste nacht van onze binnenlandtour brengen we door in in Sbeitla waar we een prachtig complex met restanten van Romeinse villa’s, tempels en baden met mozaïeken bezoeken. We worden meermaals aangesproken door lokale ‘gidsen’ die ons ‘echte’ romeinse muntjes willen verkopen. Hoewel de muntjes er overtuigend oud en verweerd uit zien en we deze mannen best wat handel gunnen, trappen we er niet in.

Onze laatste stop is Kairouan met de grootste moskee van het land; een bedevaartsoord voor moslims. We lezen dat zeven bezoekjes aan Kairouan gelijk staat aan één bezoek aan Mekka.

 

Terug in de haven zitten we direct weer in de westerse welvarende sfeer, met heel prettige contacten met o.a. Simon en Katie; een sportief Brits-Canadees stel. We dagen ze uit voor een potje tennis op de tennisbaan van een nabijgelegen hotel. De mix resulteert in een Hollandse overwinning, en daarna spelen we mannen tegen vrouwen en… ja hoor de vrouwen winnen!

 

Na drie weken Tunesië wordt het tijd om richting Sardinië te gaan. Eerst maken we nog een tussenstop in de Tunesische stad Hammamet , 37 mijl tegen de wind in naar het noorden. We doen er 10 uur over en komen in het donker aan. Deze toeristische havenplaats heeft weliswaar vrij veel jachten en bootjes en de kade is net als in Monastir rijk bezaaid met restaurantjes, maar de sfeer is ongezellig. Er zijn gewoon te weinig mensen. Vrijwel alle appartementen staan leeg en een deel is behoorlijk in verval. We spreken een verkoper van souvenirs. Om geld te besparen heeft hij de lampen uit zijn winkel verwijderd, er is geen toelage van de regering en toch moet hij een gezin zin te onderhouden. We spenderen onze dinars en wensen hem het beste.

Als we twee dagen later definitief uit Tunesië willen uitklaren krijgen we nog wat gezeur met de douane. Hoewel we het enige vertrekkende jacht zijn moeten we meer dan twee uur wachten voor onze paspoorten gestempeld zijn en we de afgegeven satelliettelefoon weer terug hebben. Maar voor we weg mogen volgt eerst de inspectie van de boot en dan ziet de hoogste douanechef dat onze elektrische buitenboordmotor niet op de lijst van binnengebrachte elektronica staat. En dat is een groot probleem, zegt hij. Onze argumentatie dat zijn collega’s in Monastir bij het inchecken niet gezegd hebben dat we dat ding moesten opschrijven maakt weinig indruk. We weten niet of het nu het moment is om met wat smeergeld te wapperen, maar omdat er inmiddels ruim 10 (tien!) beambten bij deze procedure betrokken zijn doen we dat maar niet. Als we tenslotte heel nederig en vaak sorry hebben gezegd, strijkt de douanebaas over zijn geüniformeerde hart en mogen we dan toch eindelijk gaan. Eh dat wil zeggen: we moeten nog wel toestemming vragen aan de kustwacht, maar dat duurt slecht enkele minuten. Een bootje van de kustwacht vaart een mijl of 5 met ons mee en wij zwaaien naar Tunesië. Een zeer bijzondere ervaring.

Wat een geluk dat wij de vrijheid hebben om te vertrekken Dit in tegenstelling tot veel jonge Tunesiërs die dromen van een leven met toekomst, maar het fort Europa waarschijnlijk nooit zullen betreden. 

Na een afwisselende tocht van 38 uur met achtereenvolgens 30 knopen wind van achteren, windstilte en 15 knopen aan de wind,  leggen we aan in Cagliari, zuid-Sardinië. Hierover de volgende keer.

Dagelijks sporten vanaf de laptop

Medina van Monastir

Plastic afval in de rivierbeddingen

Mozaïekvoorstelling van gladiatorgevechten

Fausti begeleidt de dromedarissen

Onderweg in het binnenland

Tempels van Sbeitla

Moskee van Kairouan