Verslag 18: naar Senegal
Afscheid van Boris
Vertrekken is een beetje doodgaan zeggen de Fransen. Geert verlaat als eerste de jonge kleinzoon Boris en zijn lieve ouders. Wat een mooi gezinnetje en wat zijn we trots om hoeveel er van hem gehouden wordt. Judith blijft 10 dagen langer en geniet dus extra van Boris. “Het is zo’n fijn mannetje. Ik zie dat hij na een week of 5 in een ritme komt en dat geldt ook voor zijn lieve moeder en vader.” Onze liefde voor hen en andere familieleden zal de komende tijd van een afstand komen, maar daarom niet minder zijn.
Reparaties
Geert vliegt half september naar Las Palmas om de werf aan te sporen om alle gevraagde klussen te doen. Dat is hard nodig want zonder dagelijkse aanwezigheid gebeurt er niet veel. Ik oefen mijn geduld en gebruik de tijd om het motorruim beter te isoleren. Een zeer dankbare klus; vanaf nu hoeven we niet meer naar elkaar te schreeuwen als de motor aan staat.
Ben monstert aan
Judith vliegt, weliswaar met een dag vertraging, naar Las Palmas en een paar dagen later arriveert Ben, een ‘oude’ zeilvriend van Geert. 35 Jaar geleden richtten ze samen de ‘Zeezeilcommissie’ van studentenzeilvereniging Histos op. De belangrijkste klus aan de stuurinrichting is nog steeds niet klaar, maar we vermaken ons met andere (kleinere) klussen, lekker eten in de stad en doen zeer uitgebreid boodschappen in ‘de laatste grote supermarkt tot aan de andere kant van de oceaan’.
Vertrek
Tot onze grote opluchting wordt op 5 oktober het gewenste onderdeel bezorgd en gemonteerd. Een paar uur later varen we uit. Helaas is er niemand om ons uit te zwaaien…. of toch? We zwaaien zo enthousiast en ‘dwingend’ naar een onbekende visser dat hij wel terug moet zwaaien!
We zijn weg. 830 Mijl naar Dakar. De windvoorspelling is prima: wind van achteren en misschien één of twee dagen weinig wind. De eerste 24 uur hebben we 5-6 Bft, genoeg om met twee of drie reven en een half ingerolde kluiver een mooie dagafstand van 155 mijl te klokken. Ons wachtschema met drie personen is makkelijk en flexibel. We doen om de beurt een wacht van minimaal 2 uur, maar het mag ook iets langer zijn. Ieder komt zo aan voldoende rust. Het is al met al veel relaxter dan met z’n tweeën. Hoogtepunt is natuurlijk weer het dagelijkse happy-hour waar we maximaal één alcoholdrankje nemen. Bier smaakte nooit zo goed!
Fok te water
“Geert wakker worden, de kotterfok is naar beneden gekomen!” Ik vlieg mijn bed uit en gekleed in onderbroek en zwemvest en met een koplamp op mijn hoofd trek ik het voorzeil uit het water. Het sleepte naast de boot maar er is niets kapot. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Mijn eerste gedachte is dat de knoop (een ‘halyard hitch die ik zelf gezet heb) is losgegaan. De volgende dag hijsen we in de matig hoge golven Judith omhoog, want zij is de lichtste…. en de moedigste. Ze ziet dat de knoop goed was, maar dat de RVS sluiting open is gegaan. Blijkbaar hebben we die niet goed dichtgedrukt. Gelukkig zit de val nog bovenin en is niet door de mast naar beneden gevallen. Judith trekt de lijn naar beneden en we kunnen de fok tot onze opluchting gewoon weer hijsen.
Beet
In Las Palmas kochten we vislijnen, haken en kunstaas en vol verwachting slepen we dit zo’n 70 meter achter de boot. Onze visprestaties zijn tot nu toe niet geweldig, maar dit keer vangen we een prachtige bonito van ca. 2kg. We snijden er 6 dikke moten van die we als lunch en diner met wat sojasaus en sesamzaad consumeren.
Stuurautomaat kapot
Op de vierde dag stopt de autopilot ermee! De storing lijkt veel op een eerdere en Geert heeft in Las Palmas onder toezicht van elektricien Javier geoefend met het demonteren van dit apparaat. Terwijl Judith met de hand stuurt lukt het om samen met Ben de clutch te vervangen (we hadden een reserve aan boord) en de boel is binnen twee uur weer operationeel. Dat is op zich fijn, maar we maken ons wel zorgen over dit onderdeel, die clutch had veel langer mee moeten gaan.
Aankomst
De laatste dagen hebben net te weinig wind om te zeilen en gebruiken we de motor veel. Toch proberen we het ook met de genaker en dit levert weliswaar een goeie snelheid van 5 knopen op, maar niet in de juiste richting. (We kunnen met dit zeil en zo weinig wind niet ‘diep’ / niet ‘voor de wind’ varen).
Bij iedere lange oversteek weten we niet te voorkomen dat we de laatste één a twee dagen gaan rekenen hoe laat de aankomst zal zijn. Niet erg mindfull, maar blijkbaar onvermijdelijk. Onze ETA (Estimated Time of Arrival) is vier uur in de middag; een mooie tijd, zo ruim voor het donker wordt. De ‘landfall’ bij Dakar is mooi. We zeilen rond het schiereiland van Dakar, zien het immens hoge standbeeld ‘voor de vrijheid van Afrika’ en ronden het voormalig slaveneiland Gorée. Om 16.00 uur valt het anker. We zijn in Afrika!
Aan land en inklaren
We liggen voor de zeilclub CVD (Club de Voile de Dakar) en rond een uur of 9 in de ochtend vaart er een taxiboot langs die Geert mee kan nemen om op de kant de noodzakelijke formaliteiten te doen. Gehaast graai ik de tas met paspoorten en bootpapieren bij elkaar en spring in het bootje. Aan boord zit ook Rafael en hij helpt me als lokale contactpersoon. Hij zal van onschatbare waarde blijken te zijn. Het taxibootje meert af aan een houten steiger die naar het strand voert. Wat me als eerste opvalt zijn de tientallen bont beschilderde vissersboten (piroques) die hier liggen. En als tweede…. de enorme vervuiling. Het water stinkt en het gehele strand is bezaait met plastic. Lege rijstzakken, jerrycans, petflessen, touwen, netten, oude schoenen, noem maar op.
Ik volg Rafael en hij zet me in een taxi. De chauffeur krijgt instructies waar hij deze witte man naar toe moet rijden en mij geeft hij uitleg in het Engels en ook krijg ik wat cash mee. De taxi slalomt door het zeer drukke verkeer (dat overigens zowel links als rechts rijdt) en zet me af bij de havenpolitie. Daar moet ik even wachten. Ik zit ongeveer een half uurtje als de dienstdoende beambte verschijnt. Na nog even wachten wenkt ze me naar binnen, maar haar oordeel is onverbiddelijk en mijn teleurstelling is groot: Ze kan de paspoorten van Judith en Ben niet stempelen zonder hun aanwezigheid. Op zich niet onlogisch, maar ik ben het in andere landen anders gewend. Dan kom ik erachter dat ik in de haast van het vertrek mijn telefoon vergeten ben, dus hoe kan ik met Judith en Ben in contact komen? Gelukkig heeft engel Rafael zijn telefoonnummer aan de taxichauffeur gegeven en zo wordt Rafael gevraagd ook Judith en Ben in een taxi te zetten. Zo geschiede en we krijgen onze stempels. Vandaar leidt de route naar de douane, waar in een piepklein kantoor een 3-strepen-‘generaal’ zetelt. Tegen de muur zitten nog vier mannen die het ‘eigenlijke’ werk doen. We krijgen formulieren en stempels. Alles heel erg vriendelijk en van onze zijde overgoten met vele 'merci beaucoups'. Gelukkig spreekt Ben zeer behoorlijk Frans, dus daar waar het iets ingewikkelder wordt doet hij de vertaling. Dan door naar een geldautomaat om CFA-franks te trekken, een soort monopoliegeld waarbij 1 euro 660 CFAs oplevert, dat wordt rekenen. Dan naar de supermarkt waar we bier, groenten en fruit inslaan en een datakaartje kopen voor internet. Onderweg terug staan we veel stil. De wegen zijn ‘meer gat dan asfalt’ en het verkeer staat vast vanwege tientallen zware oude verroeste vrachtwagens en honderden taxi’s. Daar tussendoor bewegen zich verkopers van zakjes water en pinda’s, vrouwen met zware last op hun hoofd, schoolkinderen en andere voetgangers. Wat ook opvalt is dat vrijwel iedereen redelijk goed gekleed is. De vrouwen kleurrijk en trots, de mannen in lange broek en overhemd.
Het duurt meer dan een half uur om de 3 kilometer terug naar de ankerplaats te doen. Er wordt veel getoeterd en over sluiproutes gemanoeuvreerd, maar wat ook opvalt is dat de chauffeurs niet op elkaar schelden. Dit hoort er gewoon bij hier.
Onweer op de ankerplek
Er liggen ongeveer 20 voornamelijk Franse zeilboten in de ankerbaai. Veel boten zijn verlaten en matig onderhouden. Het enige Belgische koppel Igor en Marlène komt gezellig langszij met hun dinghy om kennis te maken en ons te waarschuwen voor onweersbuien met veel wind. Via een Facebookpagina kunnen we deze voorspellingen die horen bij het regenseizoen zien. Eerlijk gezegd besteden we te weinig aandacht aan deze tip, want reeds de tweede nacht krijgen we een stevige onweersbui over, waar we niet klaar voor waren. We leren dat de zonnetent iedere avond weggeborgen moet worden en dat we de extra lijnen op de ankerketting anders moeten geleiden. Want zoals we het nu hadden schavielde (sleet) de lijn binnen 15 minuten door in de snel groeiende golven.
Slavernijverleden
De volgende dagen doen we een aantal toeristische bezoeken aan Dakar. De meest indrukwekkende is een bezoek aan het voormalig slaveneiland Gorée. De naam is in de 17e eeuw bedacht door Nederlanders en betekent Goede Reede of goede ankerplek. (Net als ons Zuid-Hollandse eiland Goeree) Hier werden door Nederlanders, Portugezen, Fransen en Britten eeuwenlang slaven verzameld om verscheept te worden naar Zuid- en Noord-Amerika en de Caraïben. De slaven werden door andere Afrikanen gevangen genomen en verhandeld met de Europeanen. En ‘wij’ deden dat heel slim. We gaven een geweer voor een jonge sterke man. Zo konden de Afrikanen nog meer Afrikanen vangen en overdragen.
De slaven, of slaaf-gemaakten, werden verkocht aan eigenaren van katoen- en suikerplantages. O.a. in Suriname, waar we aan het eind van het jaar naar toe zullen varen. Om van dichtbij de kerkers, de kettingen en de martelwerktuigen te zien en om onder de poort door te lopen ‘vanwaar niemand terugkeerde’, maakt diepe indruk.
Overigens is Gorée een mooie plek met goed opgeknapte koloniale huizen, stokoude baobab- en carobbomen en enkele monumenten voor de vrijheid van de slaven. We kopen bij de lokale marktkraampjes mooie gekleurde stoffen en een laptoptas etc. We laten ons gemakkelijk en gewillig door de handelende vrouwen inpakken. Onderhandelen schijnt verplicht te zijn. Zij zijn er erg goed in, maken snel contact door hun naam te noemen en onze namen te vragen. We betalen waarschijnlijk veel te veel maar dat is niet erg.
Ben vertrekt
Na twee dagen Dakar vertrekt Ben per vliegtuig naar de Kaapverdische eilanden, om samen met zijn vrouw Sanne nog twee weken te wandelen. Het was een erg leuke tijd samen en we hebben volop gebruik gemaakt van Bens nautische kennis en ervaring. Met hem was deze oversteek ‘easy peasy’. Dank je wel Ben, je mag nog eens mee!
Na Bens vertrek doen Judith en Geert nog een bezoek aan het centrum van Dakar. Eerlijk gezegd is dat niet zo bijzonder. Alleen het grote monument ‘voor de vrijheid van Afrika’ is alleen al vanwege zijn grootte indrukwekkend. Het bronzen beeld van man, vrouw en kind torent 52 meter boven een heuvel uit en is gemaakt in….Noord Korea. We bezoeken het museum en gaan per lift helemaal naar het ‘hoedje van de man’ vanwaar we heel Dakar kunnen overzien.
Naar het zuiden
Na 6 dagen hebben we het wel gehad in Dakar en vertrekken we in de namiddag richting de Saloum rivier. In de vroege nacht krijgen we nog een pittige bui over ons heen. De wind draait 180 graden en neemt snel toe tot windkracht 6. We rollen de voorzeilen in en zetten een tweede rif. Even varen we keihard op alleen het grootzeil de verkeerde kant op. Dat is natuurlijk niet de bedoeling en we besluiten ‘bij te gaan liggen’. Dat werkt goed. Met alleen een dubbel gereefd grootzeil leggen we de boot hoog aan de wind en zetten het stuurwiel met een lijntje vast. De boot dobbert nu rustig met een zijwaartse snelheid van 1 knoop op de golven en we kunnen rustig binnen gaan zitten als het gaat regenen. Een prima tactiek om zo’n bui uit te rijden. Na weer een uur of twee draait de wind geleidelijk terug en vervolgen we onze koers.
Saloum rivier
In de ochtend varen we de Saloum rivier op. Aan weerszijden van de rivier groeien groene struiken, 2 tot 5 meter hoog met dikke takken recht naar beneden in het water. “Dat is dus mangrove” concluderen we. Op de website ‘Navily’ zagen we dat er een goeie ankerplek is vlakbij een Lodge (Herberg) met de naam Hakuna Matata (vrij vertaald: “Alles kan, geen probleem”). De volgende dag kanoën we er naartoe en schuiven aan bij een lange tafel en genieten we het drie gangen dagmenu samen met een Senegalees-Libanese familie. Vader is Joods en 84 jaar, moeder is moslima en 37 jaar en de kinderen van 7 en 10 worden tweetalig (Frans en Engels) opgevoed. Wat een heerlijke mix! Zoon Liam van 7 is dol op vissen en probeert mij de fijne kneepjes aan te leren, wat hem slechtst gedeeltelijk lukt.
Als we na een paar dagen Senegal willen verlaten blijkt het niet mogelijk te zijn om dat officieel met uitklaringsbewijs te doen. We nemen de gok en besluiten de volgende dag zonder officiële uitklaring naar Gambia te varen…