Verslag 29: Langer in Panama

 

Bij het uitzwaaien van Boris, Tessa en Yoeri pinken we een traantje weg en daarna richten we ons op de komende vijf weken in Panama: de bergen in het binnenland, de Parel Eilanden en voorbereidingen voor de oversteek van de Pacific.

Beet….
We varen langs de kust naar San Carlos. De wind is goed, het water vrij ondiep en we slepen als zo vaak een vislijn achter de boot. We vissen met ons nepvisje op tonijnachtigen. Er schijnen hier ook veel roggen te zitten. Af en toe zien we zo’n tapijtvormige vis als een stofzuiger over de bodem scharrelen. Eén van hen vindt ons kunstvisje onweerstaanbaar en hapt in een ruk onze lijn kapot. Erg sneu voor dit dier en een beetje sneu voor ons… weer niks gevangen.
In San Carlos vieren we o.a. samen met onze Nieuw-Zeelandse vrienden Gordon en Louise de verjaardag van Geert. Een kuip vol lieve mensen uit diverse windstreken. Ons zwerversbestaan leidt tot mooie nieuwe ontmoetingen. Ik denk aan de tekst van C,S,N & Y : “If you can’t be with the one you love, love the one your with”.

Koud in de bergen

We hebben een hotelkamer in het dorpje Cerro Punta, vlakbij de hoogste berg van Panama en het is koud! We waren gewaarschuwd en hebben fleecetruien meegenomen, maar ’s avonds is het zo fris dat we blij zijn dat we in de achtertuin van het hotel een vuurtje mogen stoken. Er zijn medegasten en twee van hen zijn Sandra en Job uit Amsterdam/Utrecht. Starend in het kampvuur bespreken we onze gemeenschappelijke achtergrond (Job is ook geograaf), de nationale politiek en vele wereldproblemen, welke na een paar flessen wijn opgelost lijken te zijn.
Cerro Punta ligt op 2200 meter en hier heerst een heel ander klimaat dan beneden aan zee. Het regent hier regelmatig, maar niet erg hard, de temperatuur is gematigd en de bodem is vruchtbaar. Op de akkers op de berghellingen werken tientallen landarbeiders dagelijks in deze ‘tuin van Panama’. Drie keer per jaar oogsten ze wortelen, uien, aardappels, sla, bleekselderij, paprika’s en veel soorten fruit. Mensen uit Panama City komen ook op de koelte af en nemen in het weekend grote zakken groente mee terug naar de hoofdstad. Bijzonder is dat als we lunchen in een Fonda (eetcafe) tussen de lokale mensen we toch weer rijst met kip krijgen terwijl je toch op z’n minst hutspot zou verwachten?

Vogels spotten
Panama is een paradijs voor vogelspotters. Er leven hier meer dan 1000 soorten, dit is 2 keer zoveel als in Nederland. Eerst met een gids en later samen met onze vrienden Gordon en Louise leren we de beginselen van het vogelspotten: Je moet weten wat ze eten en in welke bomen ze dus zitten, je moet het fluitje van de pygmee-uil na kunnen doen zodat de vogels die dit horen verschrikt opvliegen en zich aan je tonen, je moet een goede verrekijker en vooral veel geduld hebben. We spotten de zeldzame en inheemse quetzal, motmots, chacalaca’s, ibissen, vele soorten spechten en vliegenvangers in de kleuren rood, geel en blauw.

Parel Eilanden
Enkele tientallen mijlen uit de kust liggen de Parel Eilanden. Ze danken hun naam aan de vele en grote parels die de vissers hier vroeger opdoken. De parels zijn inmiddels allemaal geroofd en verdwenen, maar wij bezoeken deze dun bevolkte eilanden vanwege de witte stranden, de honderden pelikanen, het turquoise water en de verlatenheid. Op veel van onze ankerplaatsen zijn we de enige en soms is er letterlijk geen één teken van menselijke aanwezigheid te zien. Geen hutje, geen steiger, geen licht, geen radioantennes, geen windmolens (😊) helemaal niks.
Het stikt hier van de vis en we zien ze regelmatig uit het water springen. We denken dat ze ons keihard uitlachen omdat wij ze niet kunnen vangen.

Villa’s en armoede

De eerste ankerplek is bij Isla Contadora (vertaald; accountant-eiland). Hier telden de Spaanse Conquistadores hun parels voordat ze ze naar Spanje verstuurden. Ook de huidige eigenaren kunnen goed tellen, want er staan uitsluitend villa’s van rijke Panamezen en Amerikanen. Het verschil in rijkdom en welvaart is hier groot. We bezoeken op Isla San Jose een luxe hotel met zwembad (Haciënda del Mar), waar we, overigens voor weinig geld, twee keer overdag te gast mogen zijn en op Isla Pedro Gonzales een vrijwel lege veel te dure jachthaven. Een paar mijl verderop ligt het stadje waar de gewone vissers wonen. Dat schijnt erg arm te zijn. Omdat hier twee jaar geleden een zeilboot met veel geweld is beroofd, gaan we daar niet naar toe. Zo blijven we in onze eigen rijke veilige bubbel.

Alleen in de natuur

Per kano gaan we op Isla del Rey de rio Cacique op. Net voor hoog water manoeuvreren we tussen de brandinggolven door naar binnen. De vloedstroom neemt ons mee de mangrovebossen in. Gespannen turen we naar de oevers. Er zouden hier krokodillen kunnen zitten. We horen en zien vogels en vissen waarvan we de naam niet van weten. Als we rond hoogwater weer naar open water kanoën, worden we verrast door honderden pelikanen die zich hier voeden met de overdaad aan vis die blijkbaar hapklaar ligt te wachten.

Laatste inkopen in Panama City

We varen terug naar Panama City. We bestelden o.a. nieuw flexibele zonnepanelen in de VS en deze liggen keurig voor ons klaar bij een gespecialiseerd transportbedrijfje. Per Uber-taxi rijden we nog een paar keer naar het mooie oude stadcentrum en door de wijk met de wolkenkrabbers. Voorlopig is dit de laatste wereldstad voor Nieuw-Zeeland.

Poetsen en ontsmetten

Met een dikke stempel in ons paspoort en een Zarpe (uitklaarformulier) op zak zeilen we weg uit PC naar Vista Mar, waar de onderkant van Avalon door Geert schoongepoetst zal worden. Geert verdwijnt met behulp van een drijvende compressor en een lange slang onder de boot. Omdat het water vanwege laag water erg troebel is, gaat dat grotendeels op de tast. Best wel een k-klus, maar de autoriteiten in Galapagos schijnen streng te zijn, dus het moet.
En dan is er ook nog de verplichting om de boot van binnen te ontsmetten. Fumigation heet dat in het Engels. Twee mannen met spuit-apparatuur komen aan boord en sproeien en spuiten er flink op los. We hebben geen idee wat voor stofje ze gebruiken, maar volgens hen is het onschadelijk, reukloos en geeft het geen vlekken. Het belangrijkste is dat ze ons een gestempelde verklaring geven dat de boot vrij is van insecten en ongedierte.

Boodschappen voor 5 weken

Hoeveel rijst en pasta eet je in 5 weken? En hoeveel blikjes tomatensaus heb je nodig? Hoe zit het met bloem en gist om brood te bakken? Welke spullen kun je in Panama nog wel kopen, maar op de Galapagos Eilanden en in Frans Polynesië niet meer? En hebben we wel genoeg koekjes, chips en bier ook al staat dit niet in de schijf van 5? We gaan twee keer per taxi naar een supermarkt en slaan ruim in. Het is nog een hele puzzel om alles aan boord een plekje te geven, maar ook dat lukt. We zijn klaar om verder naar het westen te gaan. Op naar de Galapagos, op naar de evenaar!
We nemen tijdelijk afscheid van onze vrienden en spreken af dat we ze sowieso in Nieuw-Zeeland op gaan zoeken.  We vertrekken op 13 februari. Een tocht van 850 mijl. We verwachten er ongeveer 6 dagen over te doen.

 

 

Geerts 63ste verjaardag in de kuip van Avalon

Fikkie stoken in de koude avonden van Cerro Punta

Vogels spotten met Gordon en Louise

Vrijwel lege jachthaven op Isla Perdo Gonzales

Kanoën op rio Cacique, Isla del Rey

Geert maakt met behulp van compressor pomp het onderwaterschip schoon

Voorraad aanvullen voor de lange oversteken